Een site over de familie geschiedenis, en oude foto’s van Sneek
De familienaam Haakmeester komt niet vaak voor in Nederland.
Vandaar mijn interesse in deze toch wel unieke familienaam. Mijn vader Cornelis (Kees) Haakmeester vertelde mij vaak over zijn ouders die uit de provincie Drenthe kwamen. Zelf was hij geboren in Steenwijk maar hij wist dat de familie uit de omgeving van Vledder en met name Frederiksoord moesten komen. Mijn zoektocht naar het verleden begon dus in het mooie plaatsje Frederiksoord. Al pratend met de plaatselijke bevolking, werd ik bijna door iedereen verwezen naar een grote witte villa, mooi gelegen in de bossen van Frederiksoord. Hierin was gezeteld de Maatschappij van Weldadigheid.
De Maatschappij van Weldadigheid
Is op gericht in 1888 door Johannes van den Bosch. Na de Napoleontische tijd omstreeks 1813 was er zelfbestuur in de Nederland en kwam Koning Willem I aan de macht. Aan het begin van de negentiende eeuw heerste er grote armoede in Nederland. Met name in de grote steden was dit een ernstig probleem. De bestrijding hiervan lag meestal in de handen van de kerken. Hierin kwam verandering met de komst van Johannes van den Bosch. Het bijzondere van de oprichting is dat er voor het eerst personen uit de bovenste sociale laag , veelal mensen van adel (zelfs Koninklijk Huis) zich actief en georganiseerd ontfermden over de laagste klasse in de Maatschappij. Er werden diverse koloniën opgericht, zo waren er (vrije Koloniën) Frederiksoord I, Willemsoord en Wilhelminaoord. Ommerschans in Overijsel (dwangkolonie) een opleiding instituut te Wateren en de vrije en onvrije koloniën in zuidelijk Nederland (nu België) Merkplas en Wortel.
Johannes van de Bosch
Wie kwamen er in aanmerking voor de koloniën
Het waren meestal mensen uit alle lagen van de bevolking. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen landlopers, bedelaars en wezen. Overdag werkten zij op het land of in de fabrieken. Onder Kolonisten werden vaak ingedeeld naar hun geloof. Alleen gelovigen van dezelfde religie mochten in één zaal slapen. het verschil in religie werd zelfs doorgevoerd in het onderwijs, in het eten (joden) en zelfs op de begraafplaatsen.
Wat was het doel
Onder toeziend oog van hoevenaars op de hoeves rondom de gestichten verbouwde men aardappelen, groenten en bonen, etc. Extra opbrengst van het land was voor eigen gebruik en het was de bedoeling dat er ook een deel werd geproduceerd voor de omstreken zodat men geld kon verdienen met hun eigen producten. Dit streven werd meestal niet gehaald. Het belangrijkste voor de kolonist was, naast de basisbehoeften eten en slapen, de gezondheidzorg, het onderwijs en het geloof. Op de verschillende koloniën waren artsen die toezagen op het welzijn van de kolonisten, en die ook de rol van chirurgijn en apotheker hadden. Behandelingen kwamen vaak neer op toepassing van aderlatingen en het gebruik van bloedzuigers voor het zuiveren van het bloed van de kolonisten. Het geloof speelde een belangrijke rol in hun leven, sterker nog het beïnvloede het reilen en zeilen in de gehele Maatschappij van Weldaad
De Familie
Het was een regenachtige woensdag die 14 juli in 1823 toen Martinus Haakmeester samen met zijn vrouw Wilhelmina Krul en de twee kinderen Martinus en zijn zusje Alida zijn vertrokken vanuit ‘s-Gravenhage (Den Haag). Bij de stadsherberg lagen de trekschuiten klaar die hun naar Amsterdam gingen vervoeren. Vanaf Amsterdam vertrokken de Trekschuiten via de Zuiderzee richting Meppel. Na deze verschrikkelijke tocht over de deinende Zuiderzee was met blij en opgelucht om in Meppel veilig voet aan wal te zetten. Hierna kon de reis worden vervolgt per trekschuit door de Drentse Hoofdvaart richting Vledder waar ze met paard en wagen werden vervoerd naar Kolonie 1 in Frederiksoord. De aankomst was donderdag 15-07-1823 waarna ze een nieuwe maar ook onzekere toekomst tegenmoed gingen.
Kolonie I te Frederiksoord
Uit nood werd Martinus huisverzorger. Hiervoor kreeg hij de zorg voor 6 wezen fl á 60 cent wat in die tijd een zware druk op het toch al niet meer zo jong zijnde gezin lag. De meeste wezen waren hulp behoevende wezen. Die moesten worden gekleed en gevoed. Op zijn oude dag Martinus was inmiddels 73 jaar, werd hij betrapt door de onder directeur met een stukje zoolleer die hij wilde gebruiken voor de reparatie van de hak van zijn schoenen. zie voor meer : http://www.schackmann.nl
De brave borst werd overgebracht samen met zijn echtgenote naar de strafkolonie Ommerschans. Om geheel onduidelijke en nog niet opgehelderde reden moest Wilhelmina Krul ook mee. Het stukje zoolleer kost hem bijna 3 jaar opsluiting.
Zij komen vrij op 28-10-1842 en worden dan in huis geplaatst bij hun oudste zoon Martinus waar ze hopelijk van een mooie oude dag mogen genieten. Martinus tot het jaar 1852 en Wilhelmina wordt 85 jaar zij overlijd in het jaar 1857.